
‘Mijn toekomst ligt hier bij het Gastenhuis’
De Groningse Gonny Baarslag (73) woont ruim een jaar in het Gastenhuis Roden. Vanaf het eerste moment voelde de plek goed voor haar. Gonny wandelt iedere dag een flink stuk, luistert naar haar platencollectie, praat graag met medebewoners én gaat af en toe op stap met vrienden. “Sinds ik hier woon heb ik veel minder spanning in mijn hoofd.”
“Zeg alsjeblieft Gonny en ‘je’ en ‘jij’ tegen mij. Ik ben misschien oud maar zeker niet bejaard, hoor.” Gonny zet een LP van Sting op die ze uit haar imposante collectie tevoorschijn tovert en gaat buiten op haar terras zitten. Ze vertelt: “Wat een mooie plek heb ik hier hè? Zo met een eigen tuintje in het groen. Ik werd getipt voor het Gastenhuis door een kennis. Het was voor mij niet zo belangrijk waar ik ging wonen, maar wel dat het goed voelde. En dat is zo. Het was gelijk goed hier. Je hebt je vrijheid hier, wat ik heel belangrijk vind. Ik sprak laatst iemand en die zei: Oh woon je daar? Nou, dat staat heel goed bekend.”
Pink Floyd
“Het Gastenhuis organiseert veel leuke dingen. Dan staat er ineens een busje klaar om ons naar een restaurant of een museum te brengen. Ik word er blij van dat wij hier niet de hele dag op een stoel hoeven te zitten. Wij kunnen leuke dingen ondernemen. Ja zeker, ik vind het leuk hier. Ze zijn heel zorgzaam voor de bewoners, ik voel me hier gewoon thuis. Gelukkig heb ik niet veel nodig om gelukkig te zijn. Zoals je ziet heb ik in mijn appartement ik al mijn LP’s nog hè, dus ik zet geregeld een lekkere plaat op. Mijn voorkeuren? Ik houd onder meer van Pink Floyd, Diana Ross en Sting. En ik ben dol op lezen en op theaterbezoeken. Mijn ex-man werkte in de theaterwereld dus dankzij hem heb ik veel theaterstukken mogen zien.”
Geaccepteerd
“En mijn situatie hier. Tja, ik denk en leef per dag. Ik woon hier pas een aantal maanden. Ik kijk niet terug, maar vooruit. Gisteravond nog had ik een etentje met vrienden uit Groningen en Drenthe. Zij nodigen mij dan uit en ze komen me halen. Mijn zoon en zijn kinderen wonen in Leiden en mijn dochter woont hier in de buurt. Daar vraag ik niets aan, ze hoeven helemaal niet te komen als het niet uitkomt. Niks moet. Hun werk is momenteel belangrijker dan ik, zo zie ik dat. Dat moeten ze voor laten gaan. Ze kunnen altijd een keer langskomen als ze dat willen, maar ik zit niet voor het raam te wachten tot er iemand komt opdagen. Ik verwacht niet zo veel van ze, zij hebben hun eigen leven. De verhuizing vond ik niet lastig. Je kunt je ook heel alleen voelen als je ontdekt dat je niet meer zo helder bent. In mijn geval ging ik in gesprek met verschillende mensen over wat ik zou kunnen doen in mijn situatie. Van daaruit ben ik naar het Gastenhuis verhuisd. Soms loop ik hier en dan denk ik ineens: Hee, waar ben ik eigenlijk? Dat is heel onwerkelijk. Maar ik ben ontzettend blij dat ik hier nu ben. Ik heb het geaccepteerd, mijn toekomst ligt hier.”
Sociaal van aard
“Weet dat ik hier niet met de armen over elkaar zit te wachten tot de dag voorbij is, ik maak er echt iets van. Dat heeft altijd in mij gezeten. Ik werkte in de zorg, met jongeren die extra aandacht nodig hadden. Ik ben een mensenmens, ik houd van mensen. Dat was ik in mijn werk, maar hier ook. Ik klets met iedereen, dat vind ik leuk. Er lopen hier mensen genoeg rond en ik ben heel erg sociaal van aard. Ik wandel graag en zo nu en dan vraag ik een andere bewoner of hij of zij zin heeft om mee te gaan. Ik wandel mijzelf gezond, ik heb het namelijk aan mijn hart. Voorheen had ik allerlei medicijnen en een kastje in mijn lijf, maar sinds ik dagelijks loop, ben ik enorm opgeknapt. Het is hier een prachtige omgeving, ik kan genieten van de natuur hier in Roden. Soms loop ik een half uur en soms wel twee. Zo nu en dan maak ik een tussenstop, dan ga ik bijvoorbeeld een museum in. Door te lopen wil ik mijn lijf en hoofd zo goed mogelijk gezond houden. Wandelen is heerlijk. Ik heb veel minder spanning in mijn hoofd, sinds ik hier woon.”
Vergeetachtig
“Kijk, ik weet wat mijn situatie is. Sommige mensen met dementie hebben vergevorderde dementie en anderen zijn vergeetachtig. Ik ben zo nu en dan ook best vergeetachtig. Ik weet dat het erger zal worden, maar ja. Zo is het nu eenmaal. Wat mij heel raar lijkt is als ik niet meer weet wie ik ben en als een ander voor mij gaat kiezen. Soms kijk ik naar mijn medebewoners en dan denk ik: oké, zo kan ik worden. Maar ook zo, en dan kijk ik weer naar iemand anders. Of zo, zo ga ik dan de ruimte langs in mijn hoofd. Zo denken heeft helemaal geen zin, dat weet ik wel. Maar goed, ik zie wel wat de toekomst met mij in petto heeft. Ik kan hier ook met mijn zoon en dochter over praten, zeker, daar zijn we heel open over. Het is goed om dingen goed te benoemen, nu ik nog goed denk.”
Knappe kok
“Oh, de kok wil ik graag nog even benoemen, mag dat? Die is echt heel goed namelijk. Daar mogen ze heel blij mee zijn. En wij als bewoners ook, haha. Ik vind het ook ideaal dat ik niet meer over mijn eten hoef na te denken. Ik kan bijvoorbeeld niet goed tegen kaas en zout, en dat weten ze precies, dat vind ik zo knap. Desondanks weet hij iedere keer weer iets lekkers voor te schotelen. Hij kookt echt fantastisch, dat is echt een kunst, hoor. En iedere dag iets anders.”
Deel dit interview
Blijf op de hoogte
Schrijf je in voor onze halfjaarlijkse nieuwsbrief
Tarieven
Wat kost wonen bij een Gastenhuis? En hoe vraag je vergoeding aan vanuit de Wet langdurige zorg?
Vacatures
Deel jij onze visie op dementiezorg? Wij zijn doorlopend op zoek naar zorgtalent op alle niveaus.