
‘Ik ben woonzorgbegeleider én gangmaker’
Voor Ilona hier kwam werken, stond ze in het ziekenhuis op de (hart)kinderafdeling. Daar draaide het vooral om de service en begeleiding rondom de opname van de patiënten en hun ouders, maar niet om medische of verzorgende handelingen. In Het Gastenhuis is dat anders: daar verzorgt ze de bewoners wél lichamelijk. “Dat is hier wel, dat je echt met de mensen bezig bent, persoonlijk begeleiden, helpen met wassen en aankleden. Eigenlijk alles rondom de bewoner zelf.” Dat persoonlijke contact spreekt haar enorm aan.
In het team voelt iedereen zich gelijk. Het maakt binnen het team niet uit welke functie je hebt, of je nou woonzorgbegeleider bent of verpleegkundige: wie iets tegenkomt, pakt het op. De wasmachine vullen, bewoners helpen, een klusje tussendoor, het gaat erom dat je samen zorgt dat alles loopt. “Het is niet zo van jij bent dit, jij bent dat. Nee het is eigenlijk allemaal gelijk binnen het team en dat is wel heel fijn.”
De band die Ilona met bewoners opbouwt, is extra bijzonder omdat haar eigen moeder ook dementie had. Ze weet hoe moeilijk het kan zijn als iemand geen hulp accepteert, en ziet het als een uitdaging om toch het verschil te maken. Soms is dat door het voor elkaar krijgen dat iemand, die liever niet wil douchen, uiteindelijk toch fris en tevreden beneden zit. Andere keren zit het in kleine dingen, zoals een rustig gesprek aan tafel of een grapje tussendoor.
Ze geniet van de momenten waarop iedereen samenkomt. ’s Ochtends, wanneer bewoners in hun eigen tempo binnenlopen voor het ontbijt, is er ruimte voor een praatje over hoe iemand geslapen heeft. Als gastvrouw vindt ze het juist gezellig als bewoners naar de huiskamer komen en elkaar daar ontmoeten. Ook de middagmaaltijd, waarbij iedereen samen aan tafel zit, geeft dat gevoel van verbondenheid.
Werken met mensen met dementie betekent voor Ilona dat je hen het gevoel kunt geven dat ze de regie niet kwijt zijn, maar soms alleen een helpende hand nodig hebben. “Het is voor mij mooi dat je soms toch het verschil kan maken voor ze. Je ze het gevoel kan geven, dat ze niet de grip op het leven kwijt zijn, maar dat ze soms net even een helpend handje nodig hebben en dat het ook niet erg is om een stukje hulp te vragen.”
Een van haar meest dierbare herinneringen is nog maar kortgeleden. Ze nam afscheid van een bewoner met wie ze een speciale band had. “Ik heb soms T-shirts aan met een tekst erop. En ik had op dat moment een T-shirt aan met ‘altijd klein, en soms lief’. En hij las dat zo op, en toen zei hij tegen mij, ‘maar jij bent eigenlijk altijd wel heel lief voor mij.’ En ik zei ah, die hou ik voor altijd bij mij. Dat vind ik heel mooi dat je dat zegt.” Voor Ilona is dat precies waar het om gaat: dat je, op de kleine én de grote momenten, van betekenis bent voor iemand.