
‘We willen mensen uit hun onmacht halen.’
‘Ze zijn allemaal gek met haar’, zegt Johan met zichtbare bewondering voor de kwaliteiten van zijn vrouw. ‘Natuurlijk kunnen mensen met dementie vaak boos zijn, maar Mel weet dat altijd te keren.’ ‘Ik snap dat wel’, zegt Melanie. ‘Die stomme ziekte ook. Je raakt zoveel kwijt. Het is pure onmacht waardoor ze zo boos worden. Je kunt die aftakeling natuurlijk niet stoppen. Maar als je weet wat mensen blij maakt, kun je ze wel uit hun frustratie halen.’
‘Ook al gaan mensen twee keer per week naar de dagopvang. Je ziet ze nog steeds verpieteren. Daarom vind ik het Gastenhuis zo mooi. Dat ze altijd iemand om zich heen hebben.’
Het werk bij Buurtzorg bevalt haar daarom ontzettend goed. Ze heeft er voldoende tijd om de mensen te leren kennen en kan hun leven daardoor daadwerkelijk een stukje fijner maken. Maar ze ziet ook dat het vaak niet genoeg is. ‘Je komt toch maar een paar keer per dag. En ook al gaan ze twee keer per week naar de dagopvang. Je ziet mensen nog steeds verpieteren. Daarom vind ik het Gastenhuis zo mooi. Dat ze altijd iemand om zich heen hebben.’ Het Gastenhuis vult een belangrijk gat op in het huidige zorgaanbod, vindt Melanie. ‘Vaak zit er voor mensen niets anders op dan hun thuis in te ruilen voor een groot verpleeghuis. Dat is een gigantische stap. De stap naar een Gastenhuis is veel kleiner. Je gaat ergens anders wónen. Waar wel alle zorg is, en je dus veilig bent, maar waar vooral ook veel gezelligheid is en ruimte voor je eigen identiteit. De meeste mensen kunnen het dan nog heel erg fijn hebben.’ Waar Melanie verpleegkundige is in hart en nieren brengt Johan heel andere ervaring mee. Hij startte zijn carrière als sportleraar voor mensen met een lichamelijke handicap, besloot uiteindelijk de sociale academie te volgen en kwam bij de reclassering terecht. Vijf jaar lang werkte hij in de gevangenis als maatschappelijk werker. Hij zag er hoe vaak mensen na hun in vrijheidsstelling weer in de fout gingen en besloot stichting DOOR op te richten voor opvang van en nazorg aan ex-gedetineerden. Na 14 jaar was hij directeur-bestuurder en had hij 37 man in dienst. ‘Ik realiseerde me dat ik toen alleen nog maar bezig was met geldstromen en personeelszaken. Het opbouwen van de stichting was geweldig, maar ik miste het uitvoerende werk.’ Dus koos hij ervoor de jeugdzorg in te gaan. ‘Eerst als zzp-er, later in dienst. Maar toen kwam ik weer in heel strakke kaders terecht. Dat werkte voor mij niet. Begin dit jaar ben ik daarom weer gaan ondernemen in het bedrijf van een oud-collega die inmiddels voor zichzelf begonnen was. Ook in de jeugdzorg. Ik begeleid complexe gezinnen waar vaak scheidingsproblematiek speelt.’
‘Het is belangrijk om daadwerkelijk tijd te nemen voor de mensen voor wie je zorgt. Soms zit ik ergens wel vier uur. Dan ben je even een beetje onderdeel van een gezin.’
Zijn ervaring mag dan anders zijn. Uiteindelijk raken hun werkgebieden elkaar wel degelijk en delen ze dezelfde visie op zorg. Ook Johan ziet hoe belangrijk het is om daadwerkelijk tijd voor zijn klanten te kunnen nemen. ‘In deze gezinnen zit veel verdriet. Ze zitten in een rouwfase. Vaak is er ook sprake van conflictsituaties. Soms zit ik ergens wel vier uur. Dan ben je even een beetje onderdeel van een gezin. Waar zit iemand in zijn onmacht? Hoe zet ik de kinderen centraal? Elk gezin is anders en daarom bestaat er ook geen standaard hulp. We rapporteren weinig, maar ik zorg dat ik goed bereikbaar ben. Ook in het weekend.’ Johan en Melanie zien erg uit naar de samenstelling van hun team. ‘Het is geweldig om mensen om ons heen te kunnen verzamelen die onze visie op zorg delen. Als professionele zorgverlener kun je binnen de visie van het Gastenhuis helemaal tot je recht komen. Dat motiveert mensen en maakt dat je elkaar kunt voeden met nieuwe ideeën. Op die toekomstige dynamiek kunnen we ons echt verheugen.’ Dat ze nu samen een Gastenhuis gaan beginnen, lijkt een “meant to be”. ‘Zoiets doe je niet met iedere partner of gezin’, zegt Johan. ‘Maar met Melanie zie ik dit helemaal zitten.’ Twaalf jaar zijn ze nu samen en ze runnen een gezin met maar liefst zes kinderen. ‘Het loopt hier als een trein’, lacht Johan, ‘het lijkt hier wel een Gastenhuis in het klein. Het is zo’n lekker sfeertje in huis, dat kun je niet afdwingen. Mel is super verzorgend, dat zit gewoon in haar. Ik ben meer voor de financiën en de begeleiding. Ik vind het prachtig als ze gaan puberen. Dat is echt mijn ding. Omgaan met gedrag dat net even wat lastiger is dan normaal.’ Nu wonen ze in een idyllisch dijkhuisje in Kattendijke. Straks in het centrum van Goes. Dat wordt wel even wennen, maar het is natuurlijk een meer dan geweldige plek voor mensen met dementie. ‘We hebben al goed contact met een ondernemer op de markt. In zijn koffiehuis zijn onze bewoners straks van harte uitgenodigd. En op 25 meter van ons vandaan ligt de haven. Je vaart daarvandaan zo naar de Oosterschelde waar je bruinvissen en zeehonden vindt. Ik heb zelf mijn vaarbewijs. Als we daar nou eens een bootje konden neerleggen…’
Johan Swart (52) en Melanie Swart(48) hebben een samengesteld gezin met 6 kinderen. Drie dochters van Johan (19, 16 en 13 jaar), een dochter van Melanie (18 jaar) en een dochter en een zoon van hen samen (11 en 10 jaar). Melanie’s dochter verhuist niet mee naar Het Gastenhuis. Zij is dit jaar begonnen met een studie in Utrecht. Volg de ontwikkelingen van Johan en Melanie op hetgastenhuis.nl/goes